Respectvol samenwerken in de sociale sector, een illusie?

"Wij zijn beter dan zij". Om de x aantal tijd wordt deze boodschap in de media verspreid. Is het dan echt een illusie om in de sociale sector te streven naar  multidisciplinaire samenwerking met respect voor ieders expertise? 

Vorige maand was het weer van dat. Tijdens het programma de factcheckers dat uitgezonden werd op 15 mei 2024 werd verkondigd dat er slechts 3 beroepsgroepen bekwaam zijn om psychologische zorg aan te bieden... Dit keer waren de coaches kop van jut in reportage.


Laat ik beginnen met de veronderstelling dat niemand die de uitzending van de factcheckers heeft gezien in twijfel zal trekken dat de coaches die in beeld kwamen niet het voorbeeld waren van kwaliteitsvolle hulp.

Anderzijds vind ik het zeer kort door de bocht om enkel klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen en artsen naar voren te schuiven als het gaat om mentale zorg. Er zijn immers heel wat meer beroepsgroepen die actief zijn in de geestelijke gezondheidszorg en in de welzijnssector die zeer waardevol en kwaliteitsvol werk leveren als het gaat om mentaal welzijn.


Door het naar voor schuiven van klinisch psychologen, klinisch orthopedagogen en artsen als zijnde de enige “bekwame” mensen wordt er heel wat onrecht aangedaan aan de vele maatschappelijk werkers, psychotherapeuten, seksuologen, psychologisch consulenten, orthopedagogisch consulenten, counselors én coaches die wèl degelijk en kwaliteitsvol werk leveren.

Bij elke beroepsgroep – dus ook bij klinisch psychologen / orthopedagogen en artsen – is het nodig om de grenzen van eigen kunnen te kennen en door te verwijzen als een hulpvraag niet passend is bij de competenties van de desbetreffende hulpverlener. Dit is voor mij een evidentie en uit de test van de VRT bleek de meerderheid van de coaches die bevraagd werden, dit ook als evident te beschouwen en werden de grenzen correct aangegeven. Alleen zorgt dit natuurlijk niet voor boeiende televisie waardoor dit slechts enkele seconden van de uitzending in beslag nam. 

Nood aan wettelijke kaders in de geestelijke gezondheidszorg

In de uitzending werd gepleit voor de nodige wettelijke kaders. Daar ben ik het mee eens. En laten we alvast beginnen met de wettelijke kaders te creëren zodat psychotherapeuten eindelijk, 9 jaar na de publicatie van de Wet op de Gezondheidszorgberoepen, een volwaardige plek krijgen in het landschap van de geestelijke gezondheidszorg. Laten we de lege doos vervangen door het creëren van een kader waarin de psychotherapeut autonoom kan werken en de maatschappelijke erkenning krijgt die ze verdienen.


En terwijl we bezig zijn, laten we dan ook regelen wie onder de noemer “ondersteunende gezondheidszorgberoepen” valt.

Wat mij betreft is deze groep ook ruimer dan de bachelor orthopedagogiek en bachelor toegepaste psychologie. Volgens mij verdienen onder andere maatschappelijk werkers, counselors, creatieve therapeuten, ... ook een plaats in dit verhaal van mentale gezondheid.

Ik wil dan ook van deze blog gebruik maken om - net zoals in  september 2020 - alle beroepsverenigingen uit te nodigen om rond tafel te gaan zitten en samen vorm te geven aan een multidisciplinaire geestelijke gezondheidszorg. Of is dit een illusie en zie ik - net als op onderstaande foto - iets wat niet mogelijk is?

 

Terzelfdertijd wil ik er journalisten & politici aan herinneren dat er meer dan 1 beroepsvereniging in de geestelijke gezondheidszorg bestaat.

Als men geïnformeerd wil worden over de sector, dan zou het goed zijn dat men verschillende bronnen in die sector raadpleegt, zodat er een meer volledig beeld in de media kan gepresenteerd worden en dat de belangen van alle betrokkenen in beeld kunnen gebracht worden als er wettelijke kaders worden gemaakt.

Maar ik daag vooral de sector uit om echt vorm te geven aan het multidisciplinair samenwerken op een respectvolle wijze.

Samenwerken vanuit verschillende disciplines is mogelijk

En zij die mij kennen weten dat ik hierbij refereer naar de wereld van de bemiddelaars.

In mijn opleiding tot bemiddelaar zaten advocaten naast psychologen, notarissen naast psychotherapeuten, … en ervaarden de deelnemers vooral dat hun verschillen een rijkdom waren tijdens de vele rollenspelen die we deden.

Daarna maakte ik jaren deel uit van de fora voor bemiddeling. Fora waar de verschillende beroepsgroepen (advocaten, notarissen, psychotherapeuten, psychologen, …) letterlijk en figuurlijk zij aan zij zaten met de focus op de kracht van samenwerking. Juridisch geschoolde bemiddelaars die doorverwezen naar eerder therapeutisch geschoolde bemiddelaars of omgekeerd. Het was heel gewoon. Casussen bespreken waarbij elk vanuit zijn achtergrond en zijn expertise meekeek. Ik kan je verzekeren dat dit intervisies waren waar je iets aan had…

 

Hoewel ik op vandaag geen deel meer uitmaak van deze fora - want ja, ik moet keuzes maken als een dag slechts 24u telt - toch werk ik nog steeds op een fijne manier samen met collega’s uit andere beroepsgroepen waarbij ieders expertise naar waarde wordt geschat en ik niet als “minder” word aanzien omdat ik geen rechten, maar wel maatschappelijk werk / psychotherapie / bemiddeling heb gestudeerd.

Wat was en is het fijn om met advocaten en notarissen te kunnen samenwerken bij de opmaak van scheidingsovereenkomsten en bij hen te kunnen checken of mijn clausules juridisch kloppen. Maar evengoed is het fijn om te ervaren dat zij naar mij doorverwijzen als ze van mening zijn dat mijn ervaring als systeem- en rouwtherapeut voor hen helpend is.

Vanuit gelijkwaardigheid samenwerken in het belang van de betrokken cliënten, dat is wat ik in die wereld heb mogen ervaren.

Jammer genoeg ervaar ik dit niet altijd in de sociale sector. In plaats van streven naar multidisciplinaire samenwerking vanuit gelijkwaardigheid zie ik sommigen pleiten voor exclusiviteit en plaatsen ze zich boven de anderen…

Waarom is exclusiviteit in de geestelijke gezondheidszorg nodig?

Waarom is het nodig om een beroepsgroep naar voren te schuiven en te zeggen “wij zijn beter dan de ander”…

Er zijn - jammer genoeg - meer dan genoeg mensen die worstelen met de uitdagingen van het leven, die zich niet goed in hun vel voelen, die psychische problemen ervaren. Er is met andere woorden meer dan werk genoeg waardoor we vooral dienen te streven naar zoveel mogelijk kwaliteitsvolle handen in het werkveld.

Al sinds de start van Konnektit wil ik de kracht van een multidisciplinair samenwerken in beeld brengen en dat kwaliteitsvolle zorg hierbij voorop dient te staan, daar ben ik de eerste voor om dit te erkennen.

Maar ook daarvoor verwijs ik graag naar de wereld van bemiddelaars waar een accrediteringssysteem wordt gekoppeld aan de erkenning. Er zijn verschillende soorten bemiddelaars en je beschikt niet automatisch over de expertise van familiale bemiddeling omdat je een opleiding tot sociaal bemiddelaar hebt gevolgd. 

Wil je je erkenning als familiaal bemiddelaar behouden, dan dien je te investeren in opleiding, supervisie, intervisie, … Wil je ook een erkenning als commercieel bemiddelaar, dan zal je op dit terrein in opleiding moeten investeren. 

Dit principe van levenslang leren en accreditatie zou bij elke beroepsgroep die actief is in de geestelijke gezondheidszorg kunnen georganiseerd worden en op die manier bijdragen tot de kwaliteitsvolle zorg. Zij die niet investeren in levenslang leren, verliezen hun erkenning...

Dit systeem zou trouwens ook ervoor kunnen zorgen dat opleidingen aan een kwaliteitstoetsing kunnen onderworpen worden, naar analogie van de Federale Bemiddelingscommissie die bepaalt of een opleiding al of niet in aanmerking komt voor accreditatie.  Want ook op dat vlak mag er wel eens kaf van het koren gescheiden worden... 

Waarom streef ik naar multidisciplinaire samenwerking?

En ja, soms vraag ik me af waarom doe ik dit?

Waarom steek ik mijn hoofd boven het maaiveld uit om te pleiten voor een multidisciplinaire geestelijke gezondheidszorg? Want de prijs die ik ervoor letterlijk en figuurlijk betaal, is bij momenten groot.

Zou ik niet beter zwijgen en terug in de massa verdwijnen…?

 

In de afgelopen jaren zijn er al heel wat beschuldigingen naar mij als persoon gericht. Het Konnektit verhaal was en is een a-typisch verhaal binnen de sector en dat gaf / geeft blijkbaar regelmatig aanleiding tot foute veronderstellingen en veroordelingen.

Sinds ik besliste om mijn schouders onder de Belgische Federatie van Psychotherapeuten te zetten, beslisten sommige collega’s om niet langer lid te zijn van Konnektit…  Dus ja, mijn hoofd boven het maaiveld steken, ging ook gepaard met inkomstenverlies... Oeps, nog zo'n taboe binnen de sociale sector "geld", maar daar zal ik een andere keer een blog over schrijven...

Het afgelopen jaar heb ik mezelf dan ook zeer regelmatig de vraag gesteld “waarom doe ik het”? 

Maar de maatschappelijk werker in mij wordt getriggerd door het onrecht. Het onrecht dat heel wat degelijk opgeleide collega’s niet langer naar waarde erkend worden. Ze krijgen niet langer de kans om de opleidingen te volgen die ze willen volgen met het oog op het aanbieden van kwaliteitsvolle zorg, ze worden bij sollicitaties geconfronteerd met discriminaties, opleidingsinstituten die in hun bestaan bedreigd worden als zij niet meestappen in de enge interpretatie van de WUG-wet met betrekking tot psychotherapie, collega's die ten onrechte in de groep van “kwakzalvers” worden geplaatst. En zo kan ik het lijstje nog wel even aanvullen.

Het “anders” zijn in de sociale sector wordt steeds meer in de definitie goed / slecht vertaald “ik ben goed want ik heb een master, jij bent slecht want jij hebt geen master”. Dit is niet de wereld waarin ik wil leven noch de wereld waarin ik mijn zoon wil laten opgroeien.

Diversiteit is de realiteit in onze samenleving

En ik wil dat mijn zoon ervaart dat anders zijn ok is, dat iedereen zijn talenten heeft en respect verdient.

Wie naar de hulpverlening stapt, dient ook deze diversiteit in de hulpverlening terug te vinden. Dit betekent dat er in de geestelijke gezondheidzorg plaats moet zijn voor hulpverleners uit verschillende lagen van de bevolking, met diverse opleidingsachtergronden en verschillende methodieken om mensen die het psychisch moeilijk hebben te begeleiden.

Dus ja, in mijn ideale wereld komt er regelgeving die ieder naar waarde schat en waar kwaliteitsvolle zorg primeert boven ego’s…

Allen die mee willen bouwen aan deze wereld zijn van harte welkom om hierover in dialoog te gaan en mee te helpen bouwen. Je kan mij bereiken via sonja@konnektit.be. 

© juni 2024 – Sonja Delbeecke - alle rechten voorbehouden